Als we de cijfers mogen geloven zit Nederland midden in een ‘burn-outepidemie’. En de kwaal slaat op steeds jongere leeftijd toe. Vroeger was het iets van veertigers en heette het nog ‘overspannen’, toen van dertigers en nu lijken studenten aan de beurt.
Is Nederland werkelijk zo opgebrand? Hoe verhoudt zich dat tot onze parttimecultuur, papadagen, drie vakanties per jaar en seniorendagen? Zijn we van suiker geworden?
De jaarlijkse TNO-Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) is de meest betrouwbare bron als het om burn-out gaat. Het aantal mensen dat met burn-outklachten kampt, schommelde jarenlang rond de 10 procent en bedraagt nu 14 procent. ‘Een lichte stijging dus. Beslist geen epidemie’, benadrukt Wilmar Schaufeli, arbeids- en organisatiepsycholoog aan de Universiteit Utrecht en de KU Leuven.
Er bestaan verschillende ideeën en theorieën over het ontstaan / toename van het aantal mensen met burn-outklachten:
- de verregaande automatisering,
- de digitale revolutie,
- de terreur van altijd bereikbaar moeten zijn,
- de overmaat aan prikkels / een overprikkelde samenleving,
- de telefoon als een belangrijke stoorzender die permanente onrust brengt,
- elke seconde van de dag volplempen met activiteiten,
- altijd gelukkig willen zijn, je altijd goed willen voelen en je niet willen vervelen,
- geen hersteltijd inplannen,
- hoge ambities / de lat te hoog leggen,
- net als alle anderen mooi willen zijn, evenals sociaal, slim en presteren.
- niet meer in staat zijn om lijden te dragen,
- onvermogen om tegenslagen te incasseren,
- al die mogelijkheden die er zijn! Je voelt je als een kind in een snoepwinkel die eigenlijk alles wel wil hebben,
- overtuiging dat de mens niet zomaar op de aarde is, maar ertoe moet doen. Jouw individuele leven moet zin hebben. Die betekenis interpreteren we als productief zijn in de zin dat we zo veel mogelijk geluk willen genereren. En als dat niet lukt, heb je een probleem,
- de chronische stress waar wij aan blootstaan, jaar in jaar uit, kan ons brein niet hanteren.
Nederland bungelt onder aan de ranglijst als het gaat om burn-outproblematiek, tussen Finland en Zweden in. In Nederland komt 6,4 procent van de werknemers altijd uitgeput uit zijn werk. In koploper Turkije is dat 25 procent. In Slovenië 20,6 en in Griekenland 8 procent. Landen waarin werknemers veel uren moeten draaien, waar de productiviteit laag is en de economie niet goed presteert, kennen veel meer burn-outs. Rijke landen – met weinig corruptie en een stabiel bestuur, met niet al te lange werkweken, waar mensen hoog scoren op geluk – juist weinig. Bron: https://www.wilmarschaufeli.nl/publications/Schaufeli/500.pdf |