Melk de witte motor of de witte sloper?

  1. Home
  2. Voeding
  3. Melk de witte motor of de witte sloper?

Er is ongelofelijk veel onderzoek gedaan naar de positieve en mogelijk negatieve effecten van zuivelproducten.  Op deze pagina wat meer informatie over de ingrediënten in zuivel die mogelijk negatieve gezondheidseffecten hebben. Omdat het laatste woord nog niet gezegd is over zuivel, kun je voor jezelf achterhalen wat zuivel met jou doet door eens 3 weken alle zuivelproducten (van de koe) te laten staan.

Lactose = melksuiker

De mens is pas melk gaan drinken toen de veeteelt en de landbouw hun intrede deden. Dat was grofweg 10.000 jaar geleden. Genetisch gezien is de mens echter niet geschikt voor het verteren van melk. In gebieden waar mensen al duizenden jaren melk drinken laten studies zien dat we ons genetisch hebben aangepast aan zuivel (bron). Het gaat hierbij vooral om de Noord-Europeanen waar we als Nederlanders ook bij horen. Wereldwijd zijn er grote verschillen. Als we bijvoorbeeld kijken naar het Afrikaanse continent dan zien we dat daar maar liefst 85% tot 100% van de bevolking lactose intolerant is. In Azië is dit percentage maar liefst 90% tot 100%. In Noord-Europa is naar schatting 0% tot 15% van de bevolking lactose intolerant.

Caseïne = melkeiwit

Melk bestaat voor zo’n 3% uit eiwitten, deze eiwitten bestaan voor 80% uit caseïne. Caseïne is een belangrijk eiwit omdat je lichaam het makkelijk kan afbreken in essentiële aminozuren en kan gebruiken voor de synthese van andere eiwitten.
Er zijn verschillende vormen caseïne. Beta-caseïne is de op één na meest voorkomende vorm en er bestaan 13 vormen beta-caseïne. De meest voorkomende beta-caseïne zijn A1 beta-caseïne en A2 beta-caseïne.
A1 beta-caseïne komt van bepaalde koeienrassen welke oorspronkelijk uit Noord-Europa afkomstig zijn. Deze koeienrassen worden in Europa, Noord-Amerika en Australië gehouden. Het melk van deze rassen bevat zowel A1 als A2 beta-caseïne. Dit is de ‘gewone’ melk zoals je dat in iedere supermarkt koopt.

  • Bepaalde koeienrassen (Guernsey en Jersey koeien) geven melk welke uitsluitend A2 beta-caseïne bevat. Melk van deze koeien wordt verkocht als A2 melk. Over A2 melk wordt geclaimd dat het beter te verteren is voor mensen met een lactose intolerantie.
  • Geiten-, paarden– en schapenmelk bevatten overigens ook geen A1 beta-caseïne.

Nu zijn er studies welke er op wijzen dat het juist de A1 beta-caseïne in melk is welke bepaalde negatieve effecten op de gezondheid hebben. Om A1 beta-caseïne te kunnen verteren maakt de alvleesklier een enzym (elastase) aan. Daarbij komt in het spijsverteringskanaal BCM-7 (betacasomorfine-7) vrij. Dit is een sterke oxidant en opioid waarvan wordt aangenomen dat deze stof verantwoordelijk is voor veel klachten als deze in het bloed terecht komt.In diversen onderzoeken kwam naar voren dat BCM-7 schadelijk is voor de gezondheid.  Zo is er een link met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 1, , wiegendood, spijsverteringsproblemen en autisme (bronbronbronbron)

  • A1 beta-caseïne wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 1, wiegendood, de psychomotorische ontwikkeling, spijsverteringsproblemen en autisme.
  • A1 beta-caseïne kan ook spijsverteringsproblemen veroorzaken zoals het prikkelbare darm syndroom, het lekkende darm syndroom, acne, eczeem en auto-immuunziekten zoals colitis en misschien zelfs de ziekte van Crohn (bronbronbron).

Uit een recent onderzoek blijkt A2 beta-caseïne niet de ontstekingen te triggeren welke A1 beta-caseïne triggert bij mensen met lactose intolerantie (bron).
Er zijn nog een hoop onzekerheden rondom BCM-7 en het risico op aandoeningen en ziektes. Dit omdat er bij volwassen geen BCM-7 in het bloed wordt aangetroffen na het drinken van melk terwijl dit bij zuigelingen wel het geval is (bronbronbron).

Al met al is nog niet helemaal duidelijk of A2 melk wel gezond is of niet. Onderzoeken wijzen erop dat het in ieder geval beter voor je is dan A1 melk. Hierbij moet je er wel rekening mee houden dat sommige onderzoeken (in)direct worden gefinancierd door bedrijven welke A2 in de markt zetten.

Exorfinen

In melk zitten exorfinen. Dit zijn stoffen die de werking van endorfine afremmen. Endorfinen fungeren als neurotransmitter. Hierdoor wordt de vrijgave van serotonine en dopamine geblokkeerd. (Andere bronnen van exorfinen zijn gluten, soja en spinazie.) Het gaat bij melk overigens niet om de lactose maar om de caseïne eiwitten welke verantwoordelijk zijn voor exorfinen.
Sommige mensen zijn gevoelig voor exorfinen. Normaal gesproken zorgt het enzym DPP-IV voor de neutralisatie van exorfinen. Maar omdat de hoeveelheid gluten in tarwe sterk is toegenomen en omdat melk afkomstig is van koeienrassen welke veel A1 beta-caseïne geven zijn sommige mensen niet meer in staat om de exorfinen te neutraliseren. (Je zou dit overigens kunnen laten testen middels een exorfinen-analyse). Het gevolg is dat de werking van endorfine wordt afgeremd en daarmee de vrijgave van serotonine en dopamine (bron). Dit kan allerlei psychologische klachten veroorzaken. Variërend van  depressies, eetstoornissen, ADD, ADHD, aandachtsstoornissen, dwangmatig gedrag, verslavingen tot psychoses.

Insuline-like growth Factor 1

Zuivel verhoogd de aanmaak van IGF-1 (Insulin-like Growth Factor 1 of op insuline lijkende groeifactor).
IGF-1 wordt ook gezien als sportdoping omdat het de spierversterkend werkt (bron). IGF-1 zorgt ook voor de orgaangroei en de waarden zijn het hoogst tijdens de pubertijd. Hoge IGF-1 waarden kunnen ongunstige effecten hebben.

  • Sommige studies suggereren een correlatie tussen prostaatkanker en hoge IGF-1 waarden (bron,(bronbron).
  • Terwijl andere studies een lagere kans op darmkanker suggereren bij hoge IGF-1 waarden (bron).
  • In een andere grootschalige studie werd het verband tussen lactose en een verhoogde kans op eierstokkanker aangetoond (bron).
  • Uit andere onderzoeken blijkt dat het de onopgemerkte lactose intolerantie is welke het risico op eierstokkanker verhoogt (bronbronbron).
  • Er zijn ook studies waarin geen verband wordt gevonden tussen IGF-1 en een hogere kans op kanker.

Bron: happyhealthy.nl/zuivel-review

Menu